Se refiere al descenso a la tierra de una deidad hindú en una forma visible. La palabra viene del significado Sánscrito "descenso". El concepto viene de la tradición asociada con la deidad Vishnu que periódicamente aparecía en la tierra en forma humana o animal para salvarlo de un grave peligro o destrucción. Las más famosas manifestaciones de Vishnu han sido como Krishna y Rama. Se espera que la deidad vuelva en la última de sus formas a destruir y seguidamente a recrear el mundo en el tiempo cuando esté completamente corrompido. En tiempos más recientes el concepto ha sido cuestionado por reformadores, particularmente respecto a las manifestaciones en formas de animal. Al mismo tiempo, otros han empleado el argumento que los humanos, incluso los no-hindúes como Jesús o Muhammad, pueden volverse avataras por un soplo divino.Refers to the descent to earth of a Hindu deity in a visible form. The word comes from the Sanskrit meaning 'descent.' The concept comes from the tradition associated with the deity Vishnu who periodically appeared on earth in human or animal form in order to save it from severe danger or destruction. Vishnu's most famous manifestations have been as Krishna and Rama. The deity is expected to return in the last of his forms to destroy and subsequently recreate the world at a time when it is completely depraved. In more recent times the concept has been challenged by reformers, particularly in regards to manifestations in animal forms. At the same time, others have put forward the idea that humans, even non-Hindus such as Jesus or Muhammad, can become avataras by a divine infilling.Verwijst naar de nederdaling op aarde van een hindoegod in zichtbare vorm. Het woord komt uit het Sanskriet en betekent ‘afdaling’. Het begrip is afkomstig uit de traditie rond de god Vishnu die met tussenpozen in menselijke of dierlijke vorm op aarde verscheen teneinde deze te behoeden voor een ernstig gevaar of vernietiging. Vishnu’s beroemdste verschijningen waren als Krishna en Rama. Verwacht wordt dat de god in zijn laatste verschijningsvorm terugkeert om de wereld te verwoesten en vervolgens opnieuw te scheppen wanneer zij volledig verdorven zal zijn. In meer recente tijden is het begrip aangevochten door hervormers, vooral in verband met de verschijningen in de vorm van dieren. Tegelijkertijd hebben anderen het idee geopperd dat mensen, zelfs niet-hindoes zoals Jezus of Mohammed, avatars kunnen worden door goddelijke invulling.