Te gebruiken voor gesneden, geometrische patronen van lijnen die elkaar snijden, zowel doorboord als in reliëf; in de late 19e eeuw vooral toegepast op ajourwerk, waarbij patronen uit dunne stukjes hout werden gesneden met een figuurzaag. Gebruik 'meander (patronen)' voor soortgelijke patronen die door een doorlopende rand zijn begrensd.Usado para diseños geométricos tallados de líneas que se intersectan, tanto calados o en relieve; aplicado especialmente a fines del siglo XIX a diseños calados, tallados en delgados trozos de madera con una sierra. Para modelos similares circunscritos a una banda continua, use "greca (motivos).”Carved geometrical patterns of intersecting lines, either pierced or in relief; in the late 19th century applied especially to openwork patterns carved out of thin pieces of wood with a fretsaw. For similar patterns confined to a continuous band, use "frets (patterns)."